Hoe selecteert u de installatielocatie voor instrumenten voor waterkwaliteitsbemonstering?

1. Voorbereidingen vóór de installatie
De evenredigemonsternemer voor waterkwaliteitControle-instrumenten moeten minimaal de volgende standaardaccessoires bevatten: één peristaltische pompslang, één watermonsterslang, één monstersonde en één netsnoer voor de hoofdeenheid.
Als proportionele bemonstering vereist is, zorg er dan voor dat er een stroomsignaalbron beschikbaar is die nauwkeurige stroomgegevens kan leveren. Controleer bijvoorbeeld vooraf het stroombereik dat overeenkomt met het 4-20 mA-stroomsignaal.

2. Keuze van de installatieplaats
1) Installeer de sampler, indien mogelijk, op een vlakke, stabiele en verharde ondergrond en zorg ervoor dat de omgevingstemperatuur en de luchtvochtigheid binnen het opgegeven bedrijfsbereik van het instrument vallen.
2) Plaats de monsternemer zo dicht mogelijk bij het monsterpunt om de lengte van de monsterleiding te minimaliseren. De monsterleiding moet met een continu aflopende helling worden geïnstalleerd om knikken of verdraaien te voorkomen en volledige drainage te vergemakkelijken.
3) Vermijd locaties die onderhevig zijn aan mechanische trillingen en houd het instrument uit de buurt van sterke bronnen van elektromagnetische interferentie, zoals krachtige motoren of transformatoren.
4) Zorg ervoor dat de elektrische voeding voldoet aan de technische specificaties van het instrument en dat het apparaat is uitgerust met een betrouwbaar aardingssysteem om de operationele veiligheid te garanderen.

 

3. Maatregelen om representatieve monsters te verkrijgen
1) Zorg ervoor dat monstercontainers vrij zijn van verontreinigingen, om de integriteit en nauwkeurigheid van de analyseresultaten te garanderen.
2) Beperk de verstoring van het waterlichaam op de bemonsteringslocatie tijdens het verzamelen tot een minimum.
3) Reinig alle monsternamecontainers en -apparatuur grondig vóór gebruik.
4) Bewaar de monstervaten op de juiste manier en zorg ervoor dat de doppen en sluitingen niet besmet raken.
5) Spoel, veeg en droog de monsterleiding na het bemonsteren voordat u deze opbergt.
6) Vermijd direct contact tussen uw handen of handschoenen en het monster om kruisbesmetting te voorkomen.
7) Plaats de bemonsteringsopstelling zodanig dat de luchtstroom van het bemonsteringsapparaat naar de waterbron stroomt. Zo wordt het risico op besmetting door het apparaat tot een minimum beperkt.
8) Controleer na het verzamelen van het monster elk monster op de aanwezigheid van grove deeltjes (bijv. bladeren of grind). Als dergelijk vuil aanwezig is, gooi het monster dan weg en neem een ​​nieuw monster.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Schrijf hier uw bericht en stuur het naar ons

Plaatsingstijd: 27-11-2025